Wil je naast of in plaats van de reguliere pony- of paardrijlessen op een andere manier met de paarden bezig zijn? Lijkt het je leuk om eens vanaf de grond met een paard bezig te zijn? Zie je het zitten om een stap te zetten in de natuurlijke omgeving van een paard? Wil je weleens ervaren hoe het is om met een paard te spelen? Dan is Natural Horsemanship wellicht iets voor jou.
We geven regelmatig workshops Natural Horsemanship. Zie hier voor een impressie:
Natural Horsemanship is het benaderen en omgaan met het paard op dezelfde manier als paarden onderling communiceren in hun natuurlijke omgeving. Alles draait om de juiste communicatie tussen jou en je paard en het opbouwen van een relatie, een samenwerkingsverband. Belangrijk hierbij is dat je je verdiept in de taal en aard van het paard. Verder benaderen we de paarden zonder dwang, paardvriendelijk en zonder specifieke
hulpmiddelen.
Vaak wordt gedacht dat een paard
iets niet wil en dat het ons met opzet tegenwerkt. Het resultaat is dat beide partijen hierdoor gefrusteerd raken. Als je dat wilt voorkomen moeten we:
1. duidelijk zijn in wat wij willen.
2. de volgende kernbegrippen in acht nemen: liefde, relatie, communicatie, geduld, begrip, respect, vertrouwen en liefde
Stap 1: Begrip en vertrouwen
Een paard is een vluchtdier en ze doen bijna alles gebaseerd op instinct. Leer om de wereld door de ogen van je paard te zien, dit houd ook in dat je je afvraagt wat zijn voordeel is als je hem iets vraagt.
Leer de persoonlijkheid en karaktereigenschappen van je paard kennen en herkennen zodat je op de meest effectieve manier met hem kunt communiceren. Het observeren van een paard in zijn natuurlijke omgeving (in de wei) geeft je inzicht in de omgangsvormen en de communicatie tussen de paarden. Bij stap 1 start je ook met het opbouwen van een relatie door je paard uitgebreid te poetsen en aan te raken. Tevens kun je dan een start maken om de communicatie tussen jou en je paard te verbeteren waardoor hij: aandacht; concentratie; respect; en vertrouwen krijgt in jou.
Stap 2: Loswerken
Tijdens het loswerken maken we gebruik van onze lichaamstaal, die gebaseerd is op de manier waarop paarden onderling communiceren. Daarbij is onze houding, beweging en positionering van wezenlijk belang. Het is dus zaak om je timing en reactiesnelheid goed te trainen. Zo krijg je inzicht en zeggenschap over de beweging van je paard.
Bovendien kan je veel informatie over het paard verzamelen tijdens het loswerken:
- is het een zeker of onzeker paard;
- is hij actief, passief of flegmatiek;
- is hij dominant of laat hij zich liever leiden;
- is hij gevoelig voor druk;
- zoekt hij contact met de mens of blijft hij liever op zichzelf etc.
- hoe beweegt het paard zich in zijn natuurlijke scheefheid?
- links- en rechtsom
- in stap, draf en galop?
De informatie die we zo krijgen over de natuurlijke beweging van het paard, geeft ons de mogelijkheid om later in de rijdende fase een link te leggen tussen ons gevoel en het beeld dat we van ons paard hadden gekregen tijdens zijn “vrije” beweging.
Doel van het loswerken: controle krijgen over de richting en het tempo van je paard d.m.v. gebruik van lichaamstaal. Het paard zal jou gaan respecteren en als leider zien. Tevens kun je de communicatie tussen jou en je paard verbeteren waardoor hij: aandacht; concentratie; respect; en vertrouwen krijgt in jou.
Stap 3: Grondwerk
Tijdens het grondwerk hebben we het paard aan een de leadrope en een halster. Wederom is het gebruik van lichaamstaal (houding, beweging en positionering) van wezenlijk belang. Het paard moet onze persoonlijke ruimte leren accepteren en respecteren. Daarbij leert het paard door grondwerkoefeningen gehoorzaam en gemotiveerd met de ons mee te werken, hij leert de stemhulpen en hij leert wijken voor druk (druk die op het lichaam wordt gegeven) en er niet tegenin te gaan. Dit is iets waar we rijdend veel gebruik van maken. Dit is een heel belangrijk onderdeel van het grondwerk want paarden gaan van nature tegen fysieke druk in. Dit gaan we omzetten in een bewuste handeling waarbij het paard dus voor de druk wijkt i.p.v. er tegenin te gaan.
Hierdoor wordt het paard gehoorzaam, raakt gemotiveerd en krijgt goede manieren.
Verschillende grondwerkoefeningen:
- leiden;
- volgen;
- halt houden;
- achterwaarts gaan;
- in stilstand inbuigen naar links en naar rechts (stelling)
- zijn hoofd omlaag brengen;
- aanraking door je hand (aaien, kriebelen, masseren) alsmede vreemde objecten zoals touwen, zweepjes, paraplu's
- wending om de achterhand, voorhand
- tempo wisselingen
- richting veranderen
Hindernissen
Als de oefeningen uit het grondwerk goed gaan kunnen deze worden gecombineerd met een schrik- en obstakelparcours bijvoorbeeld: een brug, plastic, labyrint, wip, tunnel, vliegengordijn, pionnen, balken, enz. In dit parcours kunnen we de oefeningen in de praktijk gaan gebruiken. Dit is voor paard en mens een goede training voor het zelfvertrouwen en het vertrouwen van het paard in de begeleider. Uiteindelijk gebruiken we het hindernisparcours ook tijdens het rijden.
Doel van het grondwerk: controle krijgen over de richting en het tempo van je paard aan de hand d.m.v. gebruik van lichaamstaal en het aanleren van wijken voor druk. De grondwerkoefeningen zullen de leiderschapspositie van de mens en het vertrouwen tussen mens en paard verder bevestigen. Tevens levert dit kennis en kunde op van de grondwerktechnieken die je goed van pas komen als je gaat rijden op je paard.
Stap 4: Rijden op het paard
Als je alle technieken uit stap 2 en stap 3 goed beheerst kun je gaan rijden met een halster en teugel. Allereerst leer je je paard de noodstop. Je vraagt je paard gewillig zijn hoofd naar je knie te brengen door een beetje teugeldruk. Dit is veiliger dan aan beide teugels trekken en in gebogen houding kan het paard zijn achterhand niet meer gebruiken, niet steigeren of bokken. En dan ga je de grondwerkoefeningen opnieuw toepassen maar dan vanaf de rug van het paard.
Door gebruik te maken van de reeds geleerde technieken om "druk" in fases op te bouwen leer je je paard uiteindelijk te beheersen met minimale of zelfs geen teugelgebruik. Zowel voor het aangeven van de richting, als het tempo, stoppen en zijwaarts gaan. Het paard heeft eigenlijk al vooraf alle bewegingen leren uit te voeren tijdens het grondwerk.
|